Druilerig Haledon, New Jersey, met een droevige, krakkemikkige glans. Het is een april en Alice de slaggitarist van Critical Ma$$ was doelloos, sloeg de tijd net zo stuk in het huis van haar moeder als ze op school had gedaan en ook daarna. Nick, de drummer, had zich verloren in school - het was nu twee weken geleden - en dit verlies bleek dodelijk voor de band. Maar de opkomst bij Ben Dover’s, dé bar voor de locals (met uitzicht over de rivier de Dern, op het aftandse industrieterrein van de gemeente) liet geen teruglopende aantallen zien, geen wijziging in de vaste scene. De kroegtijgers stroomden onveranderlijke toe.
Treinrails markeerden de omtrekken van Haledon, deze gelijkbenige driehoek in het platte oostelijke deel van de Tuinstaat. Goederentreinen doorkruisten het als bloedbanen door een lichaam, onuitspreekbare verbindingen en giffen vervoerend. Ze rammelden voorbij aan de ongelukken bij de spoorwegovergangen, voorbij aan de plaatsen delict, voorbij aan de nachtelijke illegale stortingen.
Heuvels rezen op boven de stad, noordwaarts en zuidwaarts. Waar Alice nu zat behoorde tot het gebied van de welgestelde huiseigenaren bovenop de kliffen rondom de stad. De grootse uitgestrektheid van de vlakten van New Jersey waren vanaf hier zichtbaar - naar het oosten, Paterson, Fleece, Mahwah; naar het zuiden Jersey City, Tyre, de Oranges. De eigenlijke stad was beneden uitgespreid, en aan een kant ervan begrensden de treinen een door niemand betwist gebied; treinen zo lang dat ze aan kwamen rijden in het verleden maar pas verdwenen in het heden; treinen die een complete staat van industriële behoeften konden voorzien.
Rick Moody | Garden State. Pushcart Press, 1992. Vertaling fragment Wiebren Rijkeboer